Blits in een Flits
Het hoe en
waarom van kleuren en patronen
Er was afgelopen weekend nogal wat te doen over het shirt
dat PSV droeg in de uitwedstrijd tegen Heracles. De kleur was een beetje zoals
het kunstgras daar in Almelo, vaalgroen. Een Engelstalige commentator hield de
uitrusting blijkbaar voor het trainingstenue (*1.) Persoonlijk vind ik het shirt wel
mooi, vooral in combinatie met de witte broek die eronder gedragen werd. In de
tijd dat hij voor PSV voetbalde, vroeg de modebewuste Ruud Gullit de
clubleiding om de traditionele zwarte broek te vervangen door een witte. Wit stak mooier af tegen zijn donkere huid. Wit is blits, dat ben ik
met Gullit eens, maar hoe zit het met dat vale groen?
Kleuren
De Britse bioloog Desmond Morris, naast wetenschapper ook
voetballiefhebber, heeft uitgebreid onderzoek verricht naar het hoe en waarom
van clubkleuren. (*2). Uit zijn onderzoek komt naar voren dat er een sterke
voorkeur bestaat voor harde, felle kleuren. Fletse, vale of lichte versies van
kleuren zijn veel minder in trek, en daar is volgens Morris een goede
verklaring voor:
"Op korte
afstanden is er geen probleem: ook een vaal of zelfs een met modder bevlekt
shirt is op enkele meters herkenbaar, maar wanneer een speler een verre pass
geeft naar een ploeggenoot, moet hij in staat zijn om hem in een onderdeel van
een seconde, vaak vanuit een ooghoek, in het vizier kunnen krijgen, en daarbij
is een felle, harde kleur de beste gids."
Manchester United koos ooit voor een
grijs reserveshirt, met
als resultaat dat de spelers klaagden dat ze elkaar maar moeilijk konden
onderscheiden. Het shirt werd reeds tijdens de rust afgedankt (*3).
Voetballers moeten opvallen, en daarom zijn minder
harde kleuren niet in trek. De meest populaire kleur in Engeland is blauw, in
de meeste andere landen rood (zoals we zullen zien niet de enige afwijking van de eiland bewoners). Geel is in Nederland erg populair, maar in
Engeland juist niet: yellow betekent naast geel namelijk ook laf. Wit doet
het opmerkelijk goed in Frankrijk (het is daar de tweede kleur), en is ook elders
tamelijk courant. Wit heeft, net als de drie reeds genoemde harde kleuren, het
voordeel dat het over grote afstand goed zichtbaar is, zowel bij dag- als
avondwedstrijden. Blits in een flits, zoals Gullit al wist.
Andere kleuren zijn eerder zeldzaam. Paars wordt nog door
een enkele club gedragen, roze en bruin lijken compleet afwezig, waarschijnlijk vanwege negatieve associaties (wie denkt bij bruin niet aan ...?). Bordeauxrood, dat
door Morris als een aparte kleur wordt behandeld, geniet in Groot-Brittanië
enige populariteit (Aston Villa, West Ham, Burnly, Heart of Midlothian), maar wordt
elders nauwelijks aangetroffen. Cyaan of lichtblauw is onder de lichtere tinten
verreweg het populairst, wellicht dankzij de positieve associatie
'hemelsblauw'. Van alle harde kleuren, is groen het minst populair. In het
licht van het bovenstaande, zal dat weinig verbazing wekken. Omdat voetbal zich
afspeelt tegen de achtergrond van een groen speelveld, hebben spelers met een
groene uitrusting de neiging zich te camoufleren. Het waren vooral de
televisiekijkers die klaagden over de groene shirts van Almelo. Iemand die beroepshalve met kleuren bezig is, wees me er op dat de gebruikte kleur groen aanleunt bij jagersgroen: Jagers willen natuurlijk vooral niet opvallen.
Een kleine tussenstap. Dit alles roept namelijk een nijpende vraag op: Waarom komt
oranje zo weinig voor? Het is immers de op grote afstand best zichtbare kleur
(nog iets beter dan geel, dat op dit punt ook goed scoort). Wegwerkers, voor
wie zichtbaarheid een halszaak is, dragen om die reden vaak oranje (of gele) werkkleding.
Morris geeft de volgende verklaring: Oranje is een tussenkleur. Het
dragen van het eigen tenue wordt meestal ervaren als een psychologisch
voordeel. Wie een tenue in een populaire kleur draagt, dient vaak het
reserveshirt te dragen, maar tussenkleuren
conflicteren met
twee hoofdkleuren: oranje wordt door veel scheidsrechters niet
toegestaan tegenover een rood of geel tenue.
(Tekst loopt onder de afbeelding door)
Patronen
Naast kleuren, zijn ook motieven en patronen belangrijk.
Voetbalshirts blijken arm te zijn aan versieringen zoals bollen, vierkanten of
driehoeken. De pompeblêden op de shirts van Heerenveen zijn wat dat betreft een
bizarre uitzondering. Ingewikkelde motieven die men in het American Football
aantreft, zoals bliksemschichten, tornado's en schuimende golven, ontbreken op
voetbalshirts nagenoeg compleet. De voetbalwereld is conservatief: hou het maar
gewoon, dat is al gek genoeg. Het is tekenend dat de pompeblêden bij de
(althans op voetbalgebied) conservatieve BBC niet in de smaak vielen (*4)
Egale shirts zijn verreweg het populairst, in de meeste
landen draagt meer dan de helft van de teams een effen shirt. Op de tweede
plaats komen verticaal gestreepte shirts. De kleurcombinaties rood-wit en
blauw-wit zijn (weinig verrassend) het
populairst, maar ook zwart-wit doet het vrij goed. Andere kleurcombinaties zijn
minder gangbaar, maar er zijn wel enkele clubs met een grote historie die
hieraan de voorkeur geven: Inter (blauw-zwart), AC Milan (rood-zwart) en
Barcelona (rood-blauw). Horizontale strepen zijn veel minder populair dan verticale.
De reden schijnt van psychologische aard te zijn: Horizontale lijnen doen iemand breder en
forser lijken (vandaar dat ze in rugby veel frequenter voorkomen), verticale lijnen maken
iemand slanker en langer. Voetballers willen, geloof ik, niet graag plomp
overkomen. Verticale en horizontale banden vind je iets vaker in het zuiden van
Europa, met name Italië; de schouder-en-borst-versiering is dan weer vooral
Brits. Het half-om-half van
Feyenoord en de verticale band van Ajax, zijn eerder een zeldzaamheid, en dat voert ons
tot een laatste eigenschap die voor voetbalshirts van groot belang is:
Herkenbaarheid
Clubs hebben goede redenen om zeldzame kleuren te mijden,
maar met zeldzame patronen ligt het anders: clubs streven naar een herkenbaar
tenue, en daarbij kan een zeldzaam patroon nuttige diensten bewijzen. Feyenoord
en Ajax spelen in rood-wit, de meest algemene combinatie voor een voetbalshirt,
toch zie je direct wie aan het spelen is. Ook Celtic en Arsenal zijn direct
herkenbaar; het blitse wit van Real Madrid dankt de herkenbaarheid aan het
ontbreken van enig patroon: liever naakt dan namaak, moeten ze daar bij de
Koninklijke gedacht hebben. Ook ongewone kleurcombinaties kunnen een heilzaam effect sorteren. De shirts van Inter, Milan en Barça hebben ondanks het gebruikelijke strepenpatroon een bijna unieke uitstraling. Dankzij het blauwe broekje is het
rood-wit van Atletico Madrid toch heel herkenbaar.
Simpele ingrepen sorteren vaak een groot effect (zie Atletico),
en om die reden is het vreemd dat er zo weinig nieuws op de markt komt (en het
nieuwe vaak weer snel verdwijnt): het nogal ingewikkelde patroon met
verschillende schakeringen van dezelfde kleur dat in 1988 plots opdook, vond
alleen in Nederland gretig aftrek, aangezien Oranje in zo'n shirt Europees
kampioen werd, elders gingen de shirts meedogenloos in de ramsj. Ook andere hippe ontwerpen verdwenen snel. De voetbalwereld, ik
herhaal het nog maar eens, is erg conservatief.
* Het rood-witte shirt van PSV is een 'echt' voetbalshirt
(namelijk gestreept) in 'echte' voetbalkleuren (rood-wit), het is echter ook een
shirt dat - juist door de kleur en vormgeving - minder herkenbaar is, en dat
kan als nadeel worden ervaren
* Het vaalgroene shirt (derde outfit) dat PSV in Almelo
droeg, is wel mooi (althans volgens mij), maar lijkt minder geschikt. De slechte zichtbaarheid
(zeker op TV) wordt enigszins verholpen door het witte broekje, maar echt goed
voelt het niet aan
* En het officiële reserveshirt? De eerste reacties waren
negatief, maar misschien is heroverweging op zijn plaats. De broek en de
contrasterende mouwen zijn oranje, een zeer opvallende kleur die weinig wordt
gebruikt, en dus de herkenbaarheid van het tenue verhoogt. De contrasterende
mouwen hebben ook nog een (oranje-zwart) blok- of ruitpatroon, wat zelden wordt toegepast (maar de streepjes door de oranje ruiten overgieten het oranje met een bruine schijn ...). Dit verhoogt de herkenbaarheid nogmaals. De vraag rest dan of
het shirt mooi is, of blits. Mwa ...
Noten:
* (1) Marcel van Leeuwen: "Ik had Engels commentaar en vooraf vroeg de commentator of we ze mooi vonden, die trainingsshirtjes? En prompt komen ze ermee het veld op."
* (2) Desmond Morris, The Soccer Tribe, Jonathan Cape Ltd. ,
Londen, 1981 (In het Nederlands vertaald als: Spel om de Bal, uitgave Elsevier,
Amsterdam/Brussel)
** De website
Historical Football Shirt toont aan dat er in de
loop der jaren weinig is veranderd: clubs veranderen soms van patronen of
motieven, maar kiezen zelden voor andere kleuren. Zelfs bij fusies wordt vaak
getracht de historische kleuren van de fuserende verenigingen zoveel mogelijk te
respecteren. ADO speelde in groen-rood-geel, Holland Sport in groen-wit, de
kleuren van ADO Den Haag werden groen-geel
NASCHRIFT:
* Tim van Helmond gaf op de fb-pagina het volgende commentaar:
"Ik denk dat het uit-shirt niet werd afgekraakt op de kleur
of model/patroon maar om het feit dat het logo ook oranje was i.p.v. het
gebruikelijke rood-wit." Ik heb weliswaar ook kritiek gelezen op de kleuren en het patroon, maar het is juist dat veel kritiek was gericht op de kleur van het logo.