vrijdag 7 februari 2020

Kees kwam en zag ...



We verkeren in crisis. Volgens sommigen is de huidige crisis groter dan enig andere crisis die de club ooit heeft gekend. Wellicht is dit zo, maar mij doet de situatie toch sterk denken aan de crisis die we doormaakten in de eerste helft van de jaren ’70. Wat was er toen mis?

Na het kampioenschap van 1963 was het bergafwaarts gegaan met PSV. Een absoluut dieptepunt was de jaargang 1967/68, waarin ternauwernood aan degradatie werd ontsnapt. De directie besloot dat het zo niet verder kon, en stelde de Duitser Kurt Linder aan, die successen had geboekt met het nietige Xerxes uit Rotterdam. Linder wilde twee spelers van Xerxes meenemen naar Eindhoven: zijn spelmaker Lazar Radovic en het aanstormende supertalent Wim vanHanegem. Radovic kwam wel naar Eindhoven, maar Van Hanegem niet: hij vond de conditietrainingen van Linder onprettig en koos daarom voor Feyenoord. Dat was de eerste tegenslag. Een tweede tegenslag was dat de aanpak van Linder ook niet aansloeg bij Willy van der Kuijlen, Mr. PSV. Willy werd steeds ongelukkiger en daardoor zweeg het kanon:  in het seizoen 1971/72 scoorde Willy bijvoorbeeld slechts 6 (!) doelpunten. Terwijl Ajax en Feyenoord internationale successen boekten, zakte PSV steeds verder weg. 


Kurt Linder
Uiteindelijk besluit de directie dat het roer opnieuw om moet: de harde en strenge Linder wordt vervangen door de gemoedelijke Kees Rijvers. Kees met de Pet. Kees gebruikt zijn eerste seizoen om de selectie – die volgens de directie van behoorlijk niveau is - grondig te evalueren. Al snel komt hij tot de conclusie dat de selectie veel minder sterk is dan verondersteld.

Wim van den Dungen en Eef Mulders zijn over hun hoogtepunt heen en belanden op een zijspoor. Noud van Esdonk, Henning Munk Jensen en Bent Schmidt-Hansen* zijn populair bij de supporters, maar Rijvers acht ze ongeschikt voor zijn plannen. Marinus Van Dinther valt om een wat merkwaardige reden af: hij weigert zijn studie sociologie op te geven en Rijvers eist dat spelers geheel voor hun sport leven. Het voornaamste slachtoffer van de reorganisatie is echter Oeki Hoekema. Met zijn vuurrode haardos en zijn sociaal engagement (hij liet in zijn contract opnemen dat hij in internationaal verband niet in een dictatoriaal bestuurd land hoefde te spelen**) is de Fries één van de meest kleurrijke figuren uit de PSV-historie, maar Rijvers achtte hem ongeschikt voor de top. Kees was een gemoedelijke figuur, maar hij schrok niet terug voor harde maatregelen.

Ralf: onklopbaar in de lucht
Terwijl diverse oudere spelers in ongenade vallen, breken enkele jongere spelers onder Rijvers door: Harry Lubse en Adri van Kraaij krijgen kansen en grijpen die met beide handen aan. Andere spelers krijgen een nieuwe rol: Kees Krijgh wordt van middenvelder omgeturnd tot aanvallende back en de tactisch sterke Pleun Strik – van oorsprong een verdediger, maar op allerlei plaatsen inzetbaar – krijgt een vaste plaats  op het middenveld en wordt het verlengstuk van de trainer op het veld. Aan het eind van het seizoen staat er een steviger ploeg dan aan het begin. Maar het blijft een ploeg met gebreken, zo weet ook Kees. Als PSV met Ajax en Feyenoord wil concurreren, zal er diep in de geldbuidel moeten worden getast.

En dat gebeurt. De tweeling Willy en René wordt weggeplukt bij FC Twente (waar ze al onder Rijvers hebben gespeeld), Gerrie Deykers komt over van De Graafschap en in Zweden haalt PSV het grote – maar nog tamelijk onbekende - talent Ralf Edström op. Van Edström is dan alleen bekend dat hij lang is en goed kan koppen. De resultaten zijn bekend: Edström – hij was dankzij zijn lengte en ongelooflijke sprongkracht letterlijk onklopbaar in de lucht - vormt een koningskoppel met Willy van der Kuijlen: Ralf legt de de ballen panklaar, Willy jaagt ze binnen: in plaats van 6, scoort Willy plots 27 doelpunten, het ene nog mooier dan het andere. Het tweetal neemt de ploeg op sleeptouw en onder Rijvers wordt PSV drie keer landskampioen, twee keer bekerwinnaar en wordt en passant ook nog de UEFA Cup in de wacht gesleept: het is één van de meest succesrijke periodes uit de geschiedenis van de club. Kees kwam, zag … en overwon. Veni, vidi, vici. 

We leven in een andere tijd en zijn niet meer de rijkste club van het land, maar wie ook de nieuwe trainer wordt, hij zal te werk moeten gaan als Kees: de groep moeten doorlichten,  met spelers moeten schuiven (om te controleren of ze in een andere rol wellicht beter functioneren), ongeschikte spelers moeten afvoeren, en jonge talenten een kans moeten geven. En ja, hij zal ook moeten aangeven welke versterkingen hij nodig heeft. 

De Kees van toen deed schitterend werk, laat de Kees van nu opstaan. 

Noten:

* Later zal blijken dat Schmidt-Hansen leed aan een verwaarloosde rugblessure die hem verhinderde om als vanouds langs de lijn de snellen en voor Zoef de Haas te spelen
** Hoekema dankt zijn grote bekendheid vooral aan zijn samenwerking met Freek de Jonge en Bram Vermeulen (Neerlands Hoop), aan wiens zijde hij zich - als enige voetballer - verzette tegen de deelname van Oranje aan het WK van 1978 in Argentinië, in die periode een militaire dictatuur


1 opmerking:

  1. Na Guus Hiddink vind ik Kees Rijvers de meest waardevolle coach die PSV ooit heeft gehad.Hij wist met een mix van ervaren en jonge spelers een hecht collectief te maken. Hij had alleen een beetje pech dat hij in 1977 geen echte vervanger kon vinden voor de vertrokken wereldspits Edström. In het succesvolle seizoen 1977/1978 wist hij dat te camoufleren door de beweeglijkheid van de aanvallers Deijkers en Lubse die steeds bij de tegenstanders voor verwarring zorgden. Maar door de prominente bijdrage van de PSV-ers tijdens het WK in Argentinië ging het toch onbedoeld mis toen enkelen met misplaatste vedette-neigingen terugkwamen. Dat heeft hem als coach van PSV min of meer de kop gekost.

    BeantwoordenVerwijderen

Kees kwam en zag ...

We verkeren in crisis. Volgens sommigen is de huidige crisis groter dan enig andere crisis die de club ooit heeft gekend. Wellicht is d...