Het begint een gewoonte te worden: een waardeloze eerste
helft, en een veel betere tweede. De eerste helft wordt afgesloten met een 2-0
achterstand, en na 90 minuten (plus blessuretijd) houden we - dankzij een inhaalrace - toch nog een punt over aan de wedstrijd (tenzij een Rotterdammer een tweede bal in het veld gooit, natuurlijk). Wat is
dat toch? Als we na rust zo goed kunnen spelen, waarom spelen we voor rust dan zo slecht? Voor een deel heeft dit te maken met een gebrek aan concentratie en discipline. Maar
wellicht is er meer aan de hand.
Zoals ik al eerder heb aangegeven: de tegenstanders weten
inmiddels hoe we spelen en hoe we dienen te worden bestreden. We
zijn, wat de opbouw betreft, sterk afhankelijk van onze opkomende backs. Onze
centrale verdedigers rennen naar voren bij standaardsituaties omdat ze
beiden goede koppers zijn, maar ze schuiven nauwelijks in, omdat ze
voetballend vermogen missen en door een gebrek aan snelheid niet graag spelen
met ruimte in de rug. Als de tegenstander onze opkomende backs weet af te stoppen, zijn we grotendeels
afhankelijk van de grillen van onze steraanvallers, Lozano en Bergwijn. Als die
niet thuis geven, resten ons enkel
standaardsituaties of lange ballen op Luuk, omdat ook onze middenvelders
creativiteit missen (Pereiro heeft wèl enige creativiteit, maar voornamelijk in
de omgeving van het vijandige
strafschopgebied, niet van achteruit).
Mark Van Bommel heeft wellicht te koppig vastgehouden aan
zijn basiself: op die manier creëer je een ingespeeld team, maar word je ook
voorspelbaar. Maar zijn aanpak heeft zeker ook positieve kanten: conditioneel
is de spelersgroep bijna niet kapot te krijgen: terwijl tegenstanders
kronkelend van de krampen op de grond liggen, rennen wij nog rond als jonge
veulens. Doordat de tegenstander vermoeid raakt, ontstaat er meer ruimte, niet
alleen voor onze backs, ook voor individuele acties, en dat is waarschijnlijk
de reden dat spelers als Malen, Gakpo en Ihattaren het goed doen als invaller
(en zeker in het geval van Malen minder goed als basisspeler): zij zijn spelers
met een actie in de benen, en gedijen mede daardoor beter als er minder kort
kan worden gedekt. Gakpo is bovendien een nuttige invaller omdat hij naast een
actie ook een prima voorzet heeft: Luuk ziet die voorzetten met een heerlijke
curve graag komen.
Er lijkt dus in het elftal wat te ontbreken: snelheid
achterin, creativiteit op het middenveld. De sterke punten zijn: de optimale
fitheid van de spelers en de mogelijkheid om via wissels een wedstrijd te doen
kantelen. We hebben, anders gezegd, een Plan-B, maar dat plan heeft vooral te
maken met de ruime keuze voorin. Van Bommel heeft weinig alternatieven achterin
(zouden Obispo en Sainsbury een verbetering zijn?) de verbetering zal hier
moeten komen uit concentratie en instelling: het eerste tegendoelpunt, tegen
zowel Utrecht als Heerenveen, ontstond doordat spelers nog niet wakker leken.
Dat kan en moet beter. Voorts dient Jeroen Zoet zich te herpakken: de
beslommeringen rond Oranje en de afgeketste transfer lijken zijn spel onnodig
sterk te beïnvloeden. En het middenveld? Mark lijkt het ook niet goed te weten:
Dante Rigo, Mauro Junior, Guti, Sadilek, ze hebben allemaal kansen gehad maar
blijkbaar niet of onvoldoende gegrepen. Nu lijkt Ihattaren in pole position te liggen als
eerste vervanger, maar hij is pas 17 en jonge spelers presteren haast per
definitie wisselvallig.
Wie de ideale oplossing heeft, mag het zeggen. Niet allemaal tegelijk, graag.
Wie de ideale oplossing heeft, mag het zeggen. Niet allemaal tegelijk, graag.