woensdag 20 december 2017

Wie won de beker van de KNVB ??


PSV won tot nu toe negen maal de KNVB-beker, voor het eerst in 1950, voor het laatst in 2012. De zege die mij altijd het best zal bijblijven, is die van 1974, omdat ik die zege heel intensief heb beleefd. 1973-1974 was een heel cruciaal jaar in de geschiedenis van de club. Het was het eerste succesjaar na een lange 'droge' periode die was gevolgd op het kampioenschap van 1963. Het was ook het eerste, maar zeker niet het laatste succesjaar onder trainer Kees Rijvers.

Rijvers was in 1972 overgekomen van FC Twente, dat onder zijn leiding was uitgegroeid tot een subtopper. Rijvers gebruikte het eerste jaar om de spelersgroep te analyseren. Sommige spelers, zoals de rossige spits Oeki Hoekema, werden door hem afgetest, anderen, zoals Pleun Strik en Willy van der Kuijlen, bloeiden na een mindere periode onder de harde Duitse trainer Kurt Linder weer op. Harry Lubse en Kees Krijgh braken onder Rijvers door. Maar Rijvers wilde  - en kreeg ook - een aantal nieuwe spelers: de supersnelle gebroeders Van de Kerkhof kende hij nog uit zijn tijd bij FC Twente (hij had ze zelf voor een appel en ei weggehaald bij Mulo uit Helmond) en uit Zweden kwam de kopbalspecialist Ralf Edström over. 

Een heel speciale aankoop was Gerrie Deijkers, een spits die voor bijna niks werd overgenomen van De Graafschap. Wat moest Rijvers daarmee? Hij had toch al spitsen als Ralf & Willy? Welnu, Deykers stond bekend als een man met drie longen, hij kon volgens velen wel drie wedstrijden achter elkaar spelen. Rijvers vormde hem om tot een aanvallende linksback, iemand die 90 minuten lang van achter naar voor mocht rennen (en weer terug): Deykers speelde onder Rijvers dus inderdaad telkens drie wedstrijden, niet achter elkaar, maar tegelijkertijd: als verdediger, middenvelder en aanvaller.

# Van titelkandidaat tot bekerfinalist

1973-1974, het eerste seizoen met deze nieuwe groep, werd een héél vreemd voetbaljaar. De groep was zeer talentvol, maar nog niet op elkaar ingespeeld en de superaanvallende tactiek hield grote risico's in. Krankzinnig grote overwinningen (6-0 tegen Utrecht, 10-0 tegen Go Ahead) werden afgewisseld met uiterst stomme nederlagen (tegen bijvoorbeeld FC Amsterdam en Haarlem). Na een moeizaam begin, groeit PSV gaandeweg toch uit tot serieuze titelkandidaat, maar een cruciale thuiswedstrijd tegen de latere kampioen Feyenoord gaat verloren: 0-2. Na die nederlaag richt Rijvers zijn vizier op de KNVB-beker.

In de kwartfinale wordt in het Philips Stadion wraak genomen op Feyenoord: 2-0. In de halve finale wordt Ajax de tegenstander. De halve finales worden in die tijd nog afgewerkt op neutraal terrein. De KNVB wijst De Kuip aan als locatie en op 3 April 1974 maken 25.000 Eindhovenaren de reis naar Rotterdam met auto, bus of trein. Ik reis met de trein en herinner me nog goed die ene strijdkreet die zich van treinstel naar treinstel verplaatst:

"Wie wint de beker van de KNVB ?? ... PSV !!"

Ajax wordt inderdaad verslagen, in een wedstrijd die legendarisch wordt dankzij een onvoorstelbare blunder van Ajax-doelman Heinz Stuy: Hij 'vergeet' de bal op te rapen in de nabijheid van Willy van der Kuijlen, die daardoor het gemakkelijkste en gekste doelpunt uit zijn carrière scoort. Op dezelfde avond wint NAC verrassend van FC Utrecht, wat betekent dat de finale een Brabants onderonsje wordt, NAC - PSV, Breda tegen Eindhoven. Voor diverse betrokkenen wordt het een speciale avond: Rijvers speelde als voetballer zelf zes jaar voor NAC (in de jeugd en bij de senioren, hij zou daarna als prof in Frankrijk gaan spelen). Ook Gerrie Deijkers heeft een verleden bij de Bredase club. Bij NAC spelen de voormalige PSV'er Daan Schrijvers èn de toekomstige PSV'er Bertus Quaars.

# De finale

Ook de finale op 1 mei wordt afgewerkt in de Kuip. Ik maak de reis opnieuw per trein en het is wederom een dolle boel. Het wordt extra leuk als iemand onder reizigers de Belgische voetballer Johan Devrindt opmerkt: hij speelde twee jaar voor PSV en is nu op deze 1ste mei - een vrije dag voor iedereen in België - op weg om zijn voormalige ploegmakkers aan te moedigen. PSV is op die avond in de Kuip niet te houden. René en Willy rennen sneller dan de snelste ree en Gerrie Deijkers loopt alle vier de cornervlaggen uit de grond, maar het wordt toch vooral de wedstrijd van het duo Edström-Van der Kuijlen, de twee-eenheid in de aanval bij PSV. Willy zei ooit over hun samenwerking:

"Hij sprak Engels en ik alleen Helmonds, maar in het veld voelden we elkaar blindelings aan."

Willy scoort in de tweede helft één van de mooiste goals uit zijn carrière, een lob van wel veertig meter, over alles en iedereen heen. De laatste twijfels zijn dan al lang verdwenen. De beker van de KNVB, is voor PSV. 




donderdag 7 december 2017

Het lot was PSV ongunstig gezind ...



Als ontmoetingen in de Europa Cup of op grote toernooien als EK en WK gelijk eindigen, ook na verlenging, volgen er strafschoppen, dat weet een kind. Maar dat is niet altijd zo geweest, tot aan het begin van de jaren '70 werd in zo'n geval geloot. In het seizoen 1969-70 werd een dergelijke loting PSV fataal na een dubbel duel met AS Roma. PSV kwam in dat jaar uit in de Europa Cup 2, de beker der Bekerwinnaars, als vervanger van bekerwinnaar Feyenoord dat ook de landstitel had veroverd.

PSV wordt in 1969 geleid door de Duitser Kurt Linder en beschikt over een heel aardig elftal. De Macedonische technicus Radovic is een sierlijke, voetballende libero, strateeg Wietse Veenstra zorgt voor de openingen en voorin zijn Willy van der Kuylen en de Deen Bent Schmidt-Hansen de grote troeven. De Deen staat omwille van zijn snelheid bekend als Zoef de Haas (*1). In de eerste ronde stuit PSV op Rapid Wien, dat vrij gemakkelijk opzij wordt gezet, 2-1 en 4-2. In de tweede ronde wordt AS Roma  de tegenstander ...

# De heenwedstrijd

Linder kiest in de heenwedstrijd in Rome voor een behoudende tactiek, zelfs Smidt-Hansen krijgt een defensieve opdracht mee, iets waar hij allesbehalve blij mee is. Het Limburgsch Dagblad tekent het volgende op:

Bent Schmidt Hansen (...) vond het jammer dat hij geen „zoef-zoef" had mogen zijn. Zijn taak was de opkomende verdedigers af te stoppen en Ressel en Van der Kuylen op jacht te sturen naar doelpunten. (*2)

AS Roma staat onder leiding van Helenio Herrera, een Argentijnse coach die in de jaren '60 een revolutie ontketende in het internationale voetbal dankzij een defensieve tactiek die bekend staat als "Catenaccio". Met Inter heeft hij dankzij het Catenaccio de Europa Cup 1 gewonnen (door het ongenaakbaar geachte Real Madrid uit te counteren), nu wil hij via Catenaccio met AS Roma de Europa Cup 2 winnen. PSV speelt in Rome verdedigend, AS Roma valt voorzichtig aan, met tegenzin als het ware. Twee katten die elkaar uit de boom proberen te kijken. Doelpogingen zijn schaars. Willy van der Kuylen krijgt een grote kans, maar schiet over. Vlak voor tijd krijgt Roma een strafschop na een redding met de hand op de lijn door Jacques van Stippent. De latere trainer Fabio Capello schiet vanaf elf meter raak.

Linder verwijt Pim Doesburg na afloop aarzelend optreden voorafgaande aan de strafschop, Doesburg wijst met een beschuldigende vinger naar de scheidsrechter:

„Wat moet je doen? De bal proberen te pakken of in het doel blijven staan? Ik moest eruit komen. Toen ik naar de bal greep, liep mij een tegenstander in de rug. Ik raakte uit balans en weg was de bal. (...) En dan die strafschop. Van Stippent wilde de bal met zijn benen opvangen, maar die sprong via zijn benen naar zijn handen op. De straf was veel te zwaar". (*3)

# De return

Ondanks de nederlaag start PSV in Eindhoven als favoriet. Een 0-1 nederlaag in een uitwedstrijd wordt in die dagen gezien als een goed uitgangspunt. Smidt-Hansen mag nu zoeven langs de lijn, maar er is amper ruimte voor zijn rushes: Roma speelt in Eindhoven onversneden Catenaccio. Tot overmaat van ramp is architect Wietse Veenstra geblesseerd geraakt aan zijn arm. Er wordt overwogen om hem met een brace te laten spelen, maar de medische staf acht het risico te groot. PSV beukt zich suf op de Romeinse muur en heeft uiteindelijk een strafschop nodig om langszij te komen. Willy knalt de bal snoeihard (wat dacht u?) in het dak van het doel (zie de foto boven dit artikel). De Italianen zijn van slag en PSV krijgt diverse kansen om de genadeslag uit te delen, met name tijdens de verlenging, maar het blijft 1-0. En dat betekent loten. Officieel moet de loting plaatsvinden op het veld, maar het publiek heeft bezit genomen van het speelveld en daarom roept de scheidsrechter de beide aanvoerders naar binnen. Daar valt het muntstuk met de voor PSV verkeerde kant naar boven ...


Aanvoerder Pleun Strik klaagt over het gebruikte muntstuk, een voetbalmunt met aan één zijde een doel en aan de andere zijde een bal. Volgens hem was de zijde met de bal zwaarder, waardoor de kans groter was dat de zijde met het doel (toegewezen aan Roma) naar boven zou wijzen. De Hongaarse scheidsrechter Emsberger neemt echter de twijfels weg tegenover de verzamelde pers. Het Leidsch Dagblad schrijft:

Scheidsrechter Emsberger stond in goed Duits belangstellenden te woord. Hij toonde iedereen de bewuste munt die de uitslag bepaalde (...). "Als ik eerlijk moet zijn, had PSV het verdiend (...) Het is triest omdat er altijd iemand teleurgesteld mijn kleedkamer uitgaat." (*4)

Overigens zou boontje later in het seizoen om zijn loontje komen. AS Roma bereikt de halve finales maar daarin levert het dubbele duel met het Poolse Gornik Zarbrze geen winnaar op.  Het lot wijst de Italianen als verliezers aan ...

Nog even genieten van Bent 'Zoef':



Noten:

* (1) Zoef de Haas was een personage uit De Fabeltjeskrant dat steeds "zoef zoef" zei als hij het op een rennen zette
* (2) Delphner.nl, archief, Limburgsch dagblad, 13-11-'69
* (3) Delphner.nl, archief, Limburgsch dagblad, 13-11-'69
* (4) http://www.asromaultras.org/6970psvroma_leidsghDagblad.jpg

zaterdag 2 december 2017

Altijd het laatste minuutje ...


Altijd het laatste minuutje ...
Herinneringen aan Sparta en een Spartaan

In dienst lag ik op een kamer met een Sparta-supporter. Een opgewonden standje, alleen al de naam Feyenoord kon hem tot razernij brengen, maar ook PSV was hij slecht gezind. Naar eigen zeggen vertikte hij het om de wedstrijden tegen PSV nog langer te bezoeken, want PSV scoorde altijd de winnende treffer in de allerlaatste minuut, tegen alle veldverhoudingen in. En daar kon hij niet tegen. 

We spreken nu over de jaren zeventig. Als ik aan dat tijdperk denk, denk ik altijd aan hem, en aan twee wedstrijden tegen Sparta, die inderdaad allebei werden beslist door een doelpunt in de laatste minuut. Beide wedstrijden werden gespeeld in hetzelfde seizoen, 1974-1975, het eerste kampioensjaar onder Kees Rijvers. In beide wedstrijden stond Pim Doesburg bij Sparta onder de lat. Pim speelde gedurende twee periodes voor PSV - hij was de voorganger èn opvolger van Jan Van Beveren* - maar op die twee voor Sparta fatale avonden speelde hij voor de verkeerde ploeg. Als ik aan die twee wedstrijden denk, denk ik ook aan Pim, die net als mijn kamergenoot een opgewonden standje was, en door tegenslag tot wanhoop of razernij kon worden gebracht. 

Het doelpunt in Eindhoven werd gescoord door Harry Lubse. De Spartanen protesteerden massaal, want volgens hen was er sprake van buitenspel. Van alle Spartanen protesteerde Pim Doesburg het hardst. Hij achtervolgde scheidsrechter Jan Keizer tot in de middencirkel en moest uiteindelijk door zijn trainer, Leo Steegman, tot bedaren worden gebracht. Maar PSV was die avond veel sterker geweest dan Sparta, daarom geloof ik niet dit doelpunt mijn kamergenoot tot de conclusie had gebracht dat de voetbalgoden eeuwig en altijd op de hand van PSV waren. Hij had immers gesproken over doelpunten die tegen de veldverhouding in werden gescoord. Hij moet hebben gedacht aan het beslissende doelpunt op Spangen, dat werd gescoord door de man op de foto boven dit artikel (die iedereen wel zal hebben herkend). PSV presteerde die avond heel matig en naarmate de tweede helft vorderde, speelde het spel zich steeds meer af aan de overkant, voor het doel van Jan van Beveren. Ik stond achter het doel van Pim Doesburg, midden tussen de Sparta-supporters (dat kon nog in die dagen). Terwijl eenieder - behalve ik natuurlijk - uitkeek naar de winnende treffer aan de overkant, viel die vlak voor mijn neus. 

Bij een zeldzame tegenstoot in blessuretijd zeilde de bal richting Ralf Edström. Onze lange Zweed stond voorbij de tweede paal, tussen drie Spartanen in, en bovendien leek de voorzet te lang: zelfs als Edström bij de bal zou kunnen, zou hij nooit voldoende kracht kunnen zetten achter zijn kopstoot om vanuit die positie te scoren. Dacht iedereen. Maar Edström beschikte niet alleen over een enorme sprongkracht, hij scheen ook te beschikken over het vreemde vermogen om in de lucht te blijven hangen, alsof hij in staat was de zwaartekracht te trotseren. Hangend in de lucht wist de lange Zweed toch nog zijn voorhoofd achter te bal te krijgen en die typische nekslag te produceren, die zijn kopstoten zoveel vaart meegaven. Er werd wel gezegd dat hij niet kopte met zijn hoofd, maar schoot. De bal vloog over alles en iedereen heen naar de verre hoek. Ik stond in de baan van de kopstoot en herinner me de plotse angst in de ogen van Pim Doesburg: Het zal toch niet zeker? Niet weer! Het zou wel. Opnieuw. Het werd doodstil in het stadion. Voor mijn gevoel was ik de enige toeschouwer die juichte.


Noot:

* Pim Doesburg kwam in 1967 naar PSV, dat op zoek was naar een opvolger voor Gert Bals, die naar Ajax was vertrokken. Doesburg had bij Sparta de concurrentieslag verloren met het grote keeperstalent Jan van Beveren. Pim bleef bij PSV tot 1970 en keerde toen terug naar Sparta, omdat PSV had besloten om uitgerekend Jan van Beveren aan te trekken. Tien jaar later, na het vertrek van Jan van Beveren, keerde Pim weer terug in Eindhoven.

woensdag 29 november 2017

Het Kampioenschap van '63


Het Kampioenschap van '63

De landstitel van 1963 was de eerste van PSV in het betaalde voetbal (en zou tot 1975 de enige blijven). De jaargang '62-'63 is er een vol verrassingen, met wisselende kansen voor de verschillende titelkandidaten. Titelverdediger Feyenoord speelt Europees en ondervindt daarvan de weerslag. Ajax is topfavoriet, maar presteert wisselvallig en halverwege staat Sparta verrassend bovenaan. De competitie ligt bijna drie volle maanden stil in verband met de strenge winter. Nederland is dan volledig in de ban van de ijspret en niemand denkt aan voetbal. Reinier Paping wordt onsterfelijk als winnaar van de zwaarste Elfstedentocht aller tijden, die wordt geteisterd door zware sneeuwstormen en een gemiddelde temperatuur van -9 °C. Als in het voorjaar de competitie wordt hervat, kent Sparta een terugval, maar de ploeg uit Spangen lijkt zich op tijd te herstellen, en staat op vijf wedstrijden van het einde nog steeds op kop:

Sparta                   25-35
PSV                        25-33
Ajax                       25-31

Maar dan verliest Sparta drie keer op rij en wordt door zowel PSV als Ajax gepasseerd.  Beide ploegen ontmoeten elkaar op de voorlaatste speeldag in Eindhoven in een rechtstreeks duel voor de titel. De situatie is dan als volgt:

PSV                        28-38
Ajax                       28-37
Sparta                   28-35

# De beslissende wedstrijd

Zoals ik in een eerdere bijdrage liet weten, woonde ik tijdens deze jaargang voor het eerst een thuiswedstrijd van PSV bij, op de jongensrang. Die wedstrijd, tegen Fortuna '54, vond plaats op zaterdagavond 1 juni 1963. De wedstrijd tegen Ajax, vond negen dagen later plaats, maar ik kon die helaas niet bijwonen. Mijn vader was bang voor de drukte en de warmte. De eerste maanden van 1963 waren stervenskoud, maar het voorjaar liepen de temperaturen snel op en op die 9de juni was het snikheet. Terwijl mijn vader de wedstrijd via de radio volgde, speelde ik achter het huis de belangrijkste momenten in mijn eentje na. Die gewoonte had ik namelijk: als mijn vader vertelde dat er een doelpunt was gescoord, knalde ik de bal keihard in het zelfgemaakte doel aan de zijkant van het kolenhok. Op die manier waande ik me toch in het stadion.  

Er was in die dagen nog geen middagvullend programma zoals Langs de lijn. Er was weliswaar een reporter ter plaatste, maar die mocht pas in de loop van de tweede helft informatie doorgeven. Halverwege werden de ruststanden voorgelezen, door een legendarische figuur genaamd Frits van Turenhout, die ze zelf telefonisch had verzameld. De ruststand was 2-1. Toen de verslaggever in de lucht kwam, was het 3-2. Mijn vader was er niet gerust in. We woonden aan het water en als de spanning ondraaglijk werd, liep hij vaak naar de waterkant, waar hij door de buurman, ook een fan, via het open raam, op de hoogte werd gehouden van de ontwikkelingen. Via de buurman vernam ik dat het 4-2 en 5-2 werd. Toen keerde mijn vader, gerustgesteld, terug. Het eindsignaal wilde hij live meemaken.

# Het team

De selectie van PSV telt geen echte sterren, maar is door trainer Bram Appel (1921-1997) omgevormd tot een hardwerkend en stabiel geheel. PSV speelt - zoals de meeste ploegen in die tijd - met klassieke binnenspelers, wat inhoudt dat er maar liefst vijf aanvallers zijn: 3-2-5. Dat maakt de ploeg verdedigend kwetsbaar voor tegenstoten: de meeste nederlagen (4 van de 5) worden in eigen huis geleden. In uitwedstrijden toont de ploeg zich vaak onverzettelijk. Gert Bals is een sobere, degelijke keeper, in de verdediging is Roel Wiersma een rots in de branding, op het middenveld heerst Fons van Wissen en in de aanval zorgen Pierre Kerkhoffs en Lambert Maassen voor de doelpunten.

Opvallende spelers zijn verder Gerard Hoenen, de kleinste speler uit het betaalde voetbal*, en de pas 17-jarige Piet Giesen, een sierlijke buitenspeler. Giesen had op 15-jarige leeftijd zijn debuut in het betaalde voetbal gemaakt, bij Roda Sport (de voorloper van Roda JC) en was een jaar later verhuisd naar PSV. Hem werd een grote toekomst voorspeld, maar twee opeenvolgende meniscusoperaties zouden zijn carrière in de kiem smoren. Giesen haalde daarna nooit meer zijn oude niveau en zou reeds op 26-jarige leeftijd definitief worden afgekeurd.

... en na de titel 

Volgens sommigen is het team van het jaar daarop nog sterker dan de kampioensploeg, maar de titel zal niet worden geprolongeerd. PSV strandt op twee punten van promovendus DWS (met spelers als Daan Schrijvers, Rinus Israel en Jan Jongbloed) dat in één keer doorstoot naar de landstitel (nog altijd een unieke prestatie). De ploeg ondervindt - net als Feyenoord het jaar ervoor - de weerslag van het Europese avontuur; de uitwedstrijden zijn flinke ondernemingen en de spelers, die veelal nog een volle of halve baan hebben naast het voetbal, hebben veel last van de zware reizen. Na de jaargang '63-'64 raakt PSV als topclub langzaam in verval. Sommige spelers gaan op pensioen, anderen worden verkocht of vallen weg door blessures en de club is niet altijd gelukkig met het aantrekken van vervangers. In het seizoen '67-'68 raakt de ploeg zelfs in degradatiegevaar. Daarover een andere keer meer.

Noot:

* Zo wordt Hoenen op verschilde plaatsen omschreven. Uit foto's en bewegende beelden blijkt dat hij inderdaad erg klein is, maar zijn precieze lengte heb ik niet kunnen achterhalen.

Teamfoto:

Staand, v.l.n.r.: Cees Heerschop, Fons van Wissen, Roel Wiersma, Miel Pijs, Gert Bals, Jan Renders
Gehurkt, v.l.n.r.: Piet Giesen, Anders Svensson, Lambert Maassen, Pierre Kerkhoffs, Gerard Hoenen

En nu de beelden van de wedstrijd:



zaterdag 25 november 2017

Excelsior, een tegenstander met allure



Natuurlijk is PSV mijn club, maar ik moet bekennen dat ik ook een zwak heb voor onze tegenstander van morgenmiddag, Excelsior. Het zijn niet die rood-zwarte shirts, en ook niet om  het imago van kabouterclub (nou ja, ook wel een beetje), het is vooral die exotische naam, Excelsior. Het mag dan een kleine club zijn, maar dankzij de naam is Excelsior een tegenstander met allure

Excelsior is - voor wie het niet mocht weten - Latijn. Het is de vergrotende trap van excelsus, hoog, de betekenis is dus 'hoger' of 'steeds hoger'; het wordt ook wel gebruikt in de betekenis van 'uitstekend' oftewel 'excellent'. In de tijd dat veel voetbalclubs werden opgericht, eind negentiende, begin twintigste eeuw, was er altijd wel een bestuurslid dat had doorgeleerd en voorstelde om een geleerd klinkende Griekse of Latijnse term in de clubnaam te verwerken. Soms was dat een bestaand woord zoals Velocitas (snelheid, zelfde betekenis als Vitesse) of Fortuna (geluk, fortuin), een enkele keer de naam van een historische figuur (Xerxes), maar vaker een mythologische held wiens naam moed of kracht uitstraalde: Achilles, Hermes, Heracles, Ajax ... ja, zelfs 020 is vernoemd naar een held uit de oudheid, al zullen sommigen bij de naam eerder denken aan het schoonmaakmiddel ...

Een bijzonder geval zijn streeknamen. Die worden soms verwerkt in de namen van sportverenigingen, maar ook in die van producten. Een aantal jaren geleden kwam het Brabantse biermerk Bavaria in het nieuws doordat het in Beieren onder vuur was komen te liggen: Bavaria is immers de Latijnse naam voor Beieren. De Duitsers stelden voor om het bier in Beieren te verkopen als Brabantia, Latijn voor Brabant. Ze hadden blijkbaar niet in de gaten dat Brabantia al een gedeponeerde merknaam was en trouwens ook de naam van een Eindhovense voetbalclub. Ik wist als kind ook niet dat Brabantia Latijn was, het klonk daarvoor te vertrouwd, even vertrouwd als bijvoorbeeld De Spechten of Braakhuizen. Ik vraag me ook af hoeveel Duitse kinderen weten dat Borussia - Borussia Dortmund, Borussia Mönchengladbach - van oorsprong de Latijnse naam is voor de landstreek Pruisen (in het Engels Prussia)

Namen en clubs vermeld in het artikel:

* Velocitas (Latijn: snelheid) - Velocitas 1897, Groningen

* Fortuna (Latijn: geluk) - Fortuna '54, Geleen, na een fusie met Sittardia uit Sittard werd de naam Fortuna SC (Fortuna Sittardia Combinatie), nog later Fortuna Sittard

* Achilles (Griekse held uit de Ilias) - Achilles '29, Groesbeek.

* Heracles (Griekse mythologische figuur, best bekend onder de verlatijnste naam Hercules) - Heracles Almelo, in Spanje: Hercules Alicante

* Sparta (Griekse stadsstaat, rivaal van Athene) - Onder andere Sparta Rotterdam; het is één van de populairste namen van sportteams wereldwijd

* Hermes (Griekse mythologische held) - Hermes DVS, Schiedam

* Xerxes (Vergriekste naam van Sjahansja of Sjarsha, Perzische koning uit de Oudheid) - Xerxes, Rotterdam. Legendarische club, na fusies Xerxes DHC, later Xerxes DZB. Spelers als Wim van Haneghem, Eddy Treijtel, Coen Moulijn en Faas Wilkes kwamen uit voor de club 



woensdag 22 november 2017

Jongensrang



Jongensrang

Zoals veel supporters met een rood-wit hart, ben ik mijn leven als PSV-supporter begonnen op de zogenaamde jongensrang, een speciale tribune in de zuid-oost-hoek van het oude stadion voor jongetjes die nog te klein waren om tussen de grote mensen plaats te nemen. Voetbal was toen nog vooral een jongenssport, meisjes zag je hoogstzelden op de tribunes, vandaar dat er werd gesproken van een jongensrang, niet van een jongens- en meisjesrang. Ik zag mijn eerste wedstrijd van PSV vanaf deze locatie in het voorjaar van 1963, het jaar waarin PSV het enige kampioenschap van de jaren '60 zou binnenhalen: PSV - Fortuna '54, de uitslag was 1-0.  

PSV - Fortuna '54 was een lichtwedstrijd, een fenomeen dat nog vrij zeldzaam was in die dagen. Ik keek mijn ogen uit. Het stadion leek een soort lichtgevende UFO die in de verduisterde binnenstad was neergedaald. Om enigszins duistere reden, speelde PSV die avond in het wit. In die periode moest nog de thuisclub (en dus niet het bezoekende team) het reserveshirt dragen indien er te veel gelijkheid bestond tussen de diverse clubkleuren, maar dat was hier zeker niet het geval, Fortuna '54 speelde in het groen. Misschien oogde het wit agressiever tijdens lichtwedstrijden dan het traditionele rood-wit gestreepte shirt. Hoe dan ook, PSV won de wedstrijd, heel moeizaam, met 1-0. Als ik mijn ogen sluit, zie ik Gerard Hoenen nog vertrekken vanaf links en uithalen voor het beslissende schot.

PSV is de enige club in het betaalde voetbal die steeds op dezelfde locatie heeft gevoetbald, aan de Frederiklaan, in de binnenstad, maar je waande je in het oude stadion in de vrije natuur. Vlak achter de tribunes rezen hoge bomen tot in de hemel, zo leek het, en terwijl je naar het voetbal keek, hoorde je de wind door de bladeren en takken ruisen. De jongensrang had één nadeel: je stond vrij ver van het speelveld. In 1958 had men de sintelbaan van het stadion verwijderd om het veld groter te maken, en daardoor sloten de tribunes aan de zijkanten - stadszijde en spoorzijde - nauw op het speelveld aan, maar achter de doelen liepen de tribunes in een wijde boog om het speelveld heen. De tribunes waren ook veel minder hoog dan tegenwoordig, wat het uitzicht verder beperkte. Zoals gezegd zag ik Gerard Hoenen op die mooie lenteavond vertrekken en  uithalen, en ik zag ook de doelman van Fortuna - ik geloof dat hij Vogels heette - naar de bal vallen, maar ik zag de bal niet in het doel verdwijnen. Dat het een doelpunt was, leidde ik af aan de voor mijn neus opspringende jongens, die minstens een kop groter waren, en alles hadden gezien ...

De oude jongensrang zou pas verdwijnen in de loop van de jaren '70, tijdens de langdurige verbouwingen aan het stadion. Nog jarenlang heb ik vanaf de bochtige tribune wedstrijden bijgewoond. Heel mooi was het scorebord, dat zich recht tegenover de jongensrang bevond, in de noord-westelijke hoek: het was nog niet elektronisch in die dagen, als er gescoord werd, werden letterlijk de bordjes verhangen. Het stadion bestond nog grotendeels uit staanplaatsen. Als er sprake was van een topwedstrijd, tegen bijvoorbeeld Ajax, Feyenoord of DWS (inderdaad: een topploeg in die dagen) klonk steevast de volgende oproep uit de luidsprekers: "Willen de mensen aan de spoorzijde doorschuiven naar beneden en naar het midden." Ik herinner me dat opgeschoten jongeren, die te groot waren geworden voor de jongensrang, maar eigenlijk nog te klein waren voor de spoorzijde, soms thuiskwamen met de mededeling dat ze weinig van de wedstrijd gezien hadden. Dat PSV twee keer had gescoord, hadden ze afgeleid aan de juichende mensen voor hun neus.

Volgende week meer over het kampioensjaar '62-'63


Je waande je in de vrije natuur ...

Kees kwam en zag ...

We verkeren in crisis. Volgens sommigen is de huidige crisis groter dan enig andere crisis die de club ooit heeft gekend. Wellicht is d...