woensdag 29 november 2017

Het Kampioenschap van '63


Het Kampioenschap van '63

De landstitel van 1963 was de eerste van PSV in het betaalde voetbal (en zou tot 1975 de enige blijven). De jaargang '62-'63 is er een vol verrassingen, met wisselende kansen voor de verschillende titelkandidaten. Titelverdediger Feyenoord speelt Europees en ondervindt daarvan de weerslag. Ajax is topfavoriet, maar presteert wisselvallig en halverwege staat Sparta verrassend bovenaan. De competitie ligt bijna drie volle maanden stil in verband met de strenge winter. Nederland is dan volledig in de ban van de ijspret en niemand denkt aan voetbal. Reinier Paping wordt onsterfelijk als winnaar van de zwaarste Elfstedentocht aller tijden, die wordt geteisterd door zware sneeuwstormen en een gemiddelde temperatuur van -9 °C. Als in het voorjaar de competitie wordt hervat, kent Sparta een terugval, maar de ploeg uit Spangen lijkt zich op tijd te herstellen, en staat op vijf wedstrijden van het einde nog steeds op kop:

Sparta                   25-35
PSV                        25-33
Ajax                       25-31

Maar dan verliest Sparta drie keer op rij en wordt door zowel PSV als Ajax gepasseerd.  Beide ploegen ontmoeten elkaar op de voorlaatste speeldag in Eindhoven in een rechtstreeks duel voor de titel. De situatie is dan als volgt:

PSV                        28-38
Ajax                       28-37
Sparta                   28-35

# De beslissende wedstrijd

Zoals ik in een eerdere bijdrage liet weten, woonde ik tijdens deze jaargang voor het eerst een thuiswedstrijd van PSV bij, op de jongensrang. Die wedstrijd, tegen Fortuna '54, vond plaats op zaterdagavond 1 juni 1963. De wedstrijd tegen Ajax, vond negen dagen later plaats, maar ik kon die helaas niet bijwonen. Mijn vader was bang voor de drukte en de warmte. De eerste maanden van 1963 waren stervenskoud, maar het voorjaar liepen de temperaturen snel op en op die 9de juni was het snikheet. Terwijl mijn vader de wedstrijd via de radio volgde, speelde ik achter het huis de belangrijkste momenten in mijn eentje na. Die gewoonte had ik namelijk: als mijn vader vertelde dat er een doelpunt was gescoord, knalde ik de bal keihard in het zelfgemaakte doel aan de zijkant van het kolenhok. Op die manier waande ik me toch in het stadion.  

Er was in die dagen nog geen middagvullend programma zoals Langs de lijn. Er was weliswaar een reporter ter plaatste, maar die mocht pas in de loop van de tweede helft informatie doorgeven. Halverwege werden de ruststanden voorgelezen, door een legendarische figuur genaamd Frits van Turenhout, die ze zelf telefonisch had verzameld. De ruststand was 2-1. Toen de verslaggever in de lucht kwam, was het 3-2. Mijn vader was er niet gerust in. We woonden aan het water en als de spanning ondraaglijk werd, liep hij vaak naar de waterkant, waar hij door de buurman, ook een fan, via het open raam, op de hoogte werd gehouden van de ontwikkelingen. Via de buurman vernam ik dat het 4-2 en 5-2 werd. Toen keerde mijn vader, gerustgesteld, terug. Het eindsignaal wilde hij live meemaken.

# Het team

De selectie van PSV telt geen echte sterren, maar is door trainer Bram Appel (1921-1997) omgevormd tot een hardwerkend en stabiel geheel. PSV speelt - zoals de meeste ploegen in die tijd - met klassieke binnenspelers, wat inhoudt dat er maar liefst vijf aanvallers zijn: 3-2-5. Dat maakt de ploeg verdedigend kwetsbaar voor tegenstoten: de meeste nederlagen (4 van de 5) worden in eigen huis geleden. In uitwedstrijden toont de ploeg zich vaak onverzettelijk. Gert Bals is een sobere, degelijke keeper, in de verdediging is Roel Wiersma een rots in de branding, op het middenveld heerst Fons van Wissen en in de aanval zorgen Pierre Kerkhoffs en Lambert Maassen voor de doelpunten.

Opvallende spelers zijn verder Gerard Hoenen, de kleinste speler uit het betaalde voetbal*, en de pas 17-jarige Piet Giesen, een sierlijke buitenspeler. Giesen had op 15-jarige leeftijd zijn debuut in het betaalde voetbal gemaakt, bij Roda Sport (de voorloper van Roda JC) en was een jaar later verhuisd naar PSV. Hem werd een grote toekomst voorspeld, maar twee opeenvolgende meniscusoperaties zouden zijn carrière in de kiem smoren. Giesen haalde daarna nooit meer zijn oude niveau en zou reeds op 26-jarige leeftijd definitief worden afgekeurd.

... en na de titel 

Volgens sommigen is het team van het jaar daarop nog sterker dan de kampioensploeg, maar de titel zal niet worden geprolongeerd. PSV strandt op twee punten van promovendus DWS (met spelers als Daan Schrijvers, Rinus Israel en Jan Jongbloed) dat in één keer doorstoot naar de landstitel (nog altijd een unieke prestatie). De ploeg ondervindt - net als Feyenoord het jaar ervoor - de weerslag van het Europese avontuur; de uitwedstrijden zijn flinke ondernemingen en de spelers, die veelal nog een volle of halve baan hebben naast het voetbal, hebben veel last van de zware reizen. Na de jaargang '63-'64 raakt PSV als topclub langzaam in verval. Sommige spelers gaan op pensioen, anderen worden verkocht of vallen weg door blessures en de club is niet altijd gelukkig met het aantrekken van vervangers. In het seizoen '67-'68 raakt de ploeg zelfs in degradatiegevaar. Daarover een andere keer meer.

Noot:

* Zo wordt Hoenen op verschilde plaatsen omschreven. Uit foto's en bewegende beelden blijkt dat hij inderdaad erg klein is, maar zijn precieze lengte heb ik niet kunnen achterhalen.

Teamfoto:

Staand, v.l.n.r.: Cees Heerschop, Fons van Wissen, Roel Wiersma, Miel Pijs, Gert Bals, Jan Renders
Gehurkt, v.l.n.r.: Piet Giesen, Anders Svensson, Lambert Maassen, Pierre Kerkhoffs, Gerard Hoenen

En nu de beelden van de wedstrijd:



zaterdag 25 november 2017

Excelsior, een tegenstander met allure



Natuurlijk is PSV mijn club, maar ik moet bekennen dat ik ook een zwak heb voor onze tegenstander van morgenmiddag, Excelsior. Het zijn niet die rood-zwarte shirts, en ook niet om  het imago van kabouterclub (nou ja, ook wel een beetje), het is vooral die exotische naam, Excelsior. Het mag dan een kleine club zijn, maar dankzij de naam is Excelsior een tegenstander met allure

Excelsior is - voor wie het niet mocht weten - Latijn. Het is de vergrotende trap van excelsus, hoog, de betekenis is dus 'hoger' of 'steeds hoger'; het wordt ook wel gebruikt in de betekenis van 'uitstekend' oftewel 'excellent'. In de tijd dat veel voetbalclubs werden opgericht, eind negentiende, begin twintigste eeuw, was er altijd wel een bestuurslid dat had doorgeleerd en voorstelde om een geleerd klinkende Griekse of Latijnse term in de clubnaam te verwerken. Soms was dat een bestaand woord zoals Velocitas (snelheid, zelfde betekenis als Vitesse) of Fortuna (geluk, fortuin), een enkele keer de naam van een historische figuur (Xerxes), maar vaker een mythologische held wiens naam moed of kracht uitstraalde: Achilles, Hermes, Heracles, Ajax ... ja, zelfs 020 is vernoemd naar een held uit de oudheid, al zullen sommigen bij de naam eerder denken aan het schoonmaakmiddel ...

Een bijzonder geval zijn streeknamen. Die worden soms verwerkt in de namen van sportverenigingen, maar ook in die van producten. Een aantal jaren geleden kwam het Brabantse biermerk Bavaria in het nieuws doordat het in Beieren onder vuur was komen te liggen: Bavaria is immers de Latijnse naam voor Beieren. De Duitsers stelden voor om het bier in Beieren te verkopen als Brabantia, Latijn voor Brabant. Ze hadden blijkbaar niet in de gaten dat Brabantia al een gedeponeerde merknaam was en trouwens ook de naam van een Eindhovense voetbalclub. Ik wist als kind ook niet dat Brabantia Latijn was, het klonk daarvoor te vertrouwd, even vertrouwd als bijvoorbeeld De Spechten of Braakhuizen. Ik vraag me ook af hoeveel Duitse kinderen weten dat Borussia - Borussia Dortmund, Borussia Mönchengladbach - van oorsprong de Latijnse naam is voor de landstreek Pruisen (in het Engels Prussia)

Namen en clubs vermeld in het artikel:

* Velocitas (Latijn: snelheid) - Velocitas 1897, Groningen

* Fortuna (Latijn: geluk) - Fortuna '54, Geleen, na een fusie met Sittardia uit Sittard werd de naam Fortuna SC (Fortuna Sittardia Combinatie), nog later Fortuna Sittard

* Achilles (Griekse held uit de Ilias) - Achilles '29, Groesbeek.

* Heracles (Griekse mythologische figuur, best bekend onder de verlatijnste naam Hercules) - Heracles Almelo, in Spanje: Hercules Alicante

* Sparta (Griekse stadsstaat, rivaal van Athene) - Onder andere Sparta Rotterdam; het is één van de populairste namen van sportteams wereldwijd

* Hermes (Griekse mythologische held) - Hermes DVS, Schiedam

* Xerxes (Vergriekste naam van Sjahansja of Sjarsha, Perzische koning uit de Oudheid) - Xerxes, Rotterdam. Legendarische club, na fusies Xerxes DHC, later Xerxes DZB. Spelers als Wim van Haneghem, Eddy Treijtel, Coen Moulijn en Faas Wilkes kwamen uit voor de club 



woensdag 22 november 2017

Jongensrang



Jongensrang

Zoals veel supporters met een rood-wit hart, ben ik mijn leven als PSV-supporter begonnen op de zogenaamde jongensrang, een speciale tribune in de zuid-oost-hoek van het oude stadion voor jongetjes die nog te klein waren om tussen de grote mensen plaats te nemen. Voetbal was toen nog vooral een jongenssport, meisjes zag je hoogstzelden op de tribunes, vandaar dat er werd gesproken van een jongensrang, niet van een jongens- en meisjesrang. Ik zag mijn eerste wedstrijd van PSV vanaf deze locatie in het voorjaar van 1963, het jaar waarin PSV het enige kampioenschap van de jaren '60 zou binnenhalen: PSV - Fortuna '54, de uitslag was 1-0.  

PSV - Fortuna '54 was een lichtwedstrijd, een fenomeen dat nog vrij zeldzaam was in die dagen. Ik keek mijn ogen uit. Het stadion leek een soort lichtgevende UFO die in de verduisterde binnenstad was neergedaald. Om enigszins duistere reden, speelde PSV die avond in het wit. In die periode moest nog de thuisclub (en dus niet het bezoekende team) het reserveshirt dragen indien er te veel gelijkheid bestond tussen de diverse clubkleuren, maar dat was hier zeker niet het geval, Fortuna '54 speelde in het groen. Misschien oogde het wit agressiever tijdens lichtwedstrijden dan het traditionele rood-wit gestreepte shirt. Hoe dan ook, PSV won de wedstrijd, heel moeizaam, met 1-0. Als ik mijn ogen sluit, zie ik Gerard Hoenen nog vertrekken vanaf links en uithalen voor het beslissende schot.

PSV is de enige club in het betaalde voetbal die steeds op dezelfde locatie heeft gevoetbald, aan de Frederiklaan, in de binnenstad, maar je waande je in het oude stadion in de vrije natuur. Vlak achter de tribunes rezen hoge bomen tot in de hemel, zo leek het, en terwijl je naar het voetbal keek, hoorde je de wind door de bladeren en takken ruisen. De jongensrang had één nadeel: je stond vrij ver van het speelveld. In 1958 had men de sintelbaan van het stadion verwijderd om het veld groter te maken, en daardoor sloten de tribunes aan de zijkanten - stadszijde en spoorzijde - nauw op het speelveld aan, maar achter de doelen liepen de tribunes in een wijde boog om het speelveld heen. De tribunes waren ook veel minder hoog dan tegenwoordig, wat het uitzicht verder beperkte. Zoals gezegd zag ik Gerard Hoenen op die mooie lenteavond vertrekken en  uithalen, en ik zag ook de doelman van Fortuna - ik geloof dat hij Vogels heette - naar de bal vallen, maar ik zag de bal niet in het doel verdwijnen. Dat het een doelpunt was, leidde ik af aan de voor mijn neus opspringende jongens, die minstens een kop groter waren, en alles hadden gezien ...

De oude jongensrang zou pas verdwijnen in de loop van de jaren '70, tijdens de langdurige verbouwingen aan het stadion. Nog jarenlang heb ik vanaf de bochtige tribune wedstrijden bijgewoond. Heel mooi was het scorebord, dat zich recht tegenover de jongensrang bevond, in de noord-westelijke hoek: het was nog niet elektronisch in die dagen, als er gescoord werd, werden letterlijk de bordjes verhangen. Het stadion bestond nog grotendeels uit staanplaatsen. Als er sprake was van een topwedstrijd, tegen bijvoorbeeld Ajax, Feyenoord of DWS (inderdaad: een topploeg in die dagen) klonk steevast de volgende oproep uit de luidsprekers: "Willen de mensen aan de spoorzijde doorschuiven naar beneden en naar het midden." Ik herinner me dat opgeschoten jongeren, die te groot waren geworden voor de jongensrang, maar eigenlijk nog te klein waren voor de spoorzijde, soms thuiskwamen met de mededeling dat ze weinig van de wedstrijd gezien hadden. Dat PSV twee keer had gescoord, hadden ze afgeleid aan de juichende mensen voor hun neus.

Volgende week meer over het kampioensjaar '62-'63


Je waande je in de vrije natuur ...

Kees kwam en zag ...

We verkeren in crisis. Volgens sommigen is de huidige crisis groter dan enig andere crisis die de club ooit heeft gekend. Wellicht is d...